dinsdag 11 januari 2011

Yacco

Yacco is m’n nieuwe tuinhulp. Hij kost niets. Ik kon ‘m gratis ophalen.
In Frankrijk zie je dat iedereen met een beetje tuin z’n tuinafval verbrand. Dat geeft in de maanden oktober t/m mei een leuke aanblik. Wat vlammen, maar vooral veel rook. Laten we eerlijk zijn, een vuurtje spreekt mannen toch aan. Of het allemaal wel zo milieuvriendelijk is weet ik niet, maar ja, ik moet toch een beetje inburgeren. Dus in het najaar, de winter en het voorjaar is de Fransman aan het stoken, maakt niet uit wat voor weer het is. Het spul moet worden verbrand. Ik zou zeggen, wacht even tot het spul droog is en het niet waait, zo niet de Fransman. Het zal vandáág gebeuren, al heeft het drie dagen geregend en waait het vandaag windkracht 5. Want morgen moet er weer geschoten worden op een konijn of zo iets. Of is z’n vrouw boos en denkt ie ‘tranquille’, ik ga de tuin wel in, met waarschijnlijk een klein flesje in z’n zak.  Dus wordt er gestookt en zet hij onze tuin compleet in de mist. Maar ach, wat maakt het uit.

Ze stoken vaak gewoon op de grond, bult maken en de fik er in, maar ook vaak in een olievat. Dat vond ik toch wat praktischer en het laat geen kraters achter in de tuin. Dus ben ik op zoek gegaan naar zo’n olievat en bij het plaatselijke busbedrijf zag ik hem staan: mijn Yacco. Mooi groen, met krachtige gele letters. En, ik mocht hem gratis meenemen. Thuis gekomen heb ik de bovenkant er afgezaagd (voorzichtig, want wie weet wat er nog in zit)

en Yacco was klaar voor gebruik. Er zat inderdaad nog ongeveer 2 liter ondefinieerbaar spul in, maar om dat nou weer in te zamelen en weg te brengen? Laten we maar kijken wat er gebeurt, dus takken er in, een aanmaakblokje en… het brand! En het brand goed.

Al het snoeiwerk van de afgelopen herfst en de eerste wintermaanden gaat er door. En ik betaal de buurman een beetje terug met wat rook.


Yacco heeft intussen wel z’n glans verloren, maar heeft wel karakter gekregen, van mooi groen met gele letters is hij nu zwart en roestbruin.



Ik houd daar wel van en ik hoop dat dat ook voor ons gaat gelden. Morgen de tweede sessie. Dan gaat de kerstboom er ook in, weg kerstsentiment. We verbranden je en kijken naar een nieuw jaar. Een jaar vol nieuwe ontdekkingen. Een jaar vol vuur? We gaan het ontdekken!


zondag 2 januari 2011

Filmaanraders!

Filmaanraders!

De liefhebbers van franse films hoef ik niets te vertellen. Die hebben deze films al lang gezien. Maar voor alle andere filmliefhebbers heb ik twee echte aanraders.

Jean de Florette.


Een film uit 1986. Prachtig verhaal en zeer mooi in beeld gebracht. Tragisch verhaal dat zich afspeelt op het platteland in de Provence. Met Gérard Dépardieu en Yves Montand in de hoofdrollen.

Manon des Sources

Het oogstrelende vervolg op het al even betoverende Jean de Florette, gebaseerd op Marcel Pagnol's klassieke roman over hebzucht, overleven en lotsbestemming.
Manon des Sources is een visueel feest van een film, gedragen door zeldzaam geïnspireerde acteerprestaties van met name Emmanuelle Béart en Yves Montand en uitmondend in een even onthutsende als onverwachte climax.

Clochard

Onze hond

We deden de luiken open, van onze ogen en van het slaapkamerraam. En daar stond hij, vastgebonden aan de poort. Aan de binnenkant van de poort! In onze tuin. We schrokken, hoe kan dat. Hoe kan het dat ik ’s avonds de poort sluit en de volgende ochtend staat er een hond vastgebonden aan de binnenkant van die poort.

We dachten hier even over na en kwamen tot de conclusie dat er iemand, met hond, op ons terrein moest zijn geweest toen ik de poort dicht deed. Zwervers met (grote) honden genoeg in deze regio. Maar eigenlijk zien we dat in Anduze niet.

Maar je weet maar nooit. Goed, de hond is gelokaliseerd….. maar waar is het baasje? Zou die in de caravan kunnen liggen, die is per slot van rekening niet op slot. Natuurlijk dacht ik gelijk iets in de caravan te horen. Nu ben ik geen type die dan ontspannen op de deur klopt en vriendelijk vraagt of daar iemand is. Naast de caravan is het houthok en daar liggen een kettingzaag, een trekzaag een groot snoeimes en een kloofbijl. In een split-second maakte ik mijn keuze. Met m’n nieuwe vriend, de bijl, trok ik de deur open en stapte naar binnen. Geen lucht van een kudde kamelen, geen hopen vochtige kleren: er was niemand.


Geen baasje, wel een hond. Wat te doen. Nu hadden we al lang geleden besloten dat we geen hond meer zouden nemen, maar dit, goed doorvoedde, exemplaar met zijn droevige ogen even uitlaten was toch wel het minste wat ik kon doen. En, wie weet, komt van het één het ander. Per slot van rekening hebben alle buren (meerdere) honden en een beetje terugblaffen, kan af en toe geen kwaad.


Ik nam Clochard, ja een naam is snel gevonden, mee voor een kleine wandeling, maar amper op pad hoorde ik Jeannette roepen. En als het echte baasje roept moet je snel terug zijn. Daar stond ze, in onze tuin, de vrouw die zich afvroeg waar haar hond was gebleven. Niet al te enthousiast liep Clochard op haar toe (want na zoveel jaar trouwe dienst wordt ik toch maar mooi aan een hek geknoopt).

Wat was het geval. Tijdens het uitlaten had ‘buur’vrouw (van zo’n 500 meter verder) de hond losgelaten en deze was ‘m gesmeerd. Via via was hij, of zij, op het hele grote terrein van de buren gekomen en vandaar, via een kleine opening op ons terrein. Buurvrouw was aan de buitenkant van de poort gaan roepen (wij lagen nog in coma). Clochard kwam weer opdagen. Maar wel aan de verkeerde kant van de poort. Dan de hond maar vastgeknoopt, naar huis en bellen naar Les Montades. Geen gehoor, boodschap inspreken en maar wachten op reactie. Die kwam dus niet, dus er maar weer naar toe. En toen kwam alles goed.

Al was het maar voor even, we hadden weer een hond.